Algemeen
De Noordzeekrab is te traag om snelle prooidieren te vangen en leeft hoofdzakelijk van schelpdieren, zeesterren en dood materiaal. De dieren kunnen erg slecht tegen lage temperaturen en trekken daarom in het najaar naar diepere wateren. Vrouwtjes paren voor het eerst op 5 tot 6 jarige leeftijd. Net als bij de meeste krabben kan deze paring pas plaats vinden vlak na de vervelling als het nieuwe schild nog niet hard is. Het mannetje gedraagt zich dan als een echte heer en helpt het vrouwtje uit haar jas (carapax). Deze krab is zeer interessant is voor de visserij.

Afmetingen
De dieren kunnen een carapax breedte krijgen, rond de 300 mm. Dieren met een schildbreedte van rond de 200 mm, zitten met hun leeftijd rond de 10 jaar.

Kleur
De bovenzijde van het schild is roodbruin met lichtere vlekken en een opvallend randje. De onderzijde is geelachtig wit, de schaar uiteinden donker bruin tot zwart van kleur.

Habitat
Ze komen zowel op harde als zachte bodems voor, waar ze zich verstoppen tussen spleten of ingraven in het zand. Ze leven vanaf de getijdenzone tot op 300 meter diepte.

Verspreiding
Noordoostelijke Atlantische oceaan, van Noorwegen tot west Afrika en de Middellandse zee.