Algemeen
Dit Kaaskruiddikkopje is van de bovenzijde niet te onderscheiden van C. tripolinus (Moors kaasjeskruiddikkopje). Alleen door verschillen in de genitaliën bij de mannetjes, zijn van elkaar te onderscheiden. Het zijn echte zonaanbidders en zitten dan ook vaak op steen of zand met gespreide vleugels van de warmte te genieten.

Afmetingen
Spanwijdte tot 30 mm. De rups bereikt een lengte van ca. 20 mm.

Habitat
Plekken waar afwisseling is van stenen, zand, gras en bloemen. Overwintering vindt plaats als rups in de bodem nabij de waardeplant, beschermd door een spinsel bijeen gehouden bladeren.

Waardplant
Groot kaaskruid (Malva sylvestris), klein kaaskruid (M.neglecta), muskuskaaskruid (M.moschata).

Vliegtijd
Tussen mei en september vliegen meerdere generaties.

Verspreiding
Hij komt voor vanaf N-Afrika tot in centraal Europa.
Van C. tripolinus is bekend dat hij aan de Atlantische kust van Portugal en Spanje voorkomt.