Algemeen
De adderzeenaald wordt in Zeeland niet vaak waargenomen en staat ook op de lijst
van bedreigde diersoorten. Hij zit meestal verstopt tussen de roodwieren waar
hij door zijn lichaamskleur, bijna niet opvalt.
De voortplanting
heeft plaats in de maanden juni-juli. In tegenstelling tot andere zeenaalden,
heeft de adderzeenaald geen broedbuidel. Het vrouwtje plaatst de eitjes bij het
mannetje in een soort slijmlaag op de huid, die zich van de kop tot aan de anaal
opening uitstrekt. Net als bij de andere zeenaalden is ook bij de adderzeenaald
het mannetje die de broedzorg op zich neemt. Het duurt ongeveer vier weken voor de jonge uit de eitjes komen.
Ze leven van kleine garnaaltjes, vis larven en kleine weekdieren.
Afmetingen
Mannetjes tot 40 cm, vrouwtjes tot 60 cm.
Kleur
Van okerbruin tot roodbruin met op de zijkanten verticale smalle witte tot
blauwachtige streepjes die voorzien zijn van een donkere omlijning.
Habitat
Deze zeenaald geeft de voorkeur aan de kustwateren en is te vinden vanaf het
ondiepe water tot rond de 20 meter diepte. Meestal zit hij verstopt tussen de
roodwieren.
Verspreiding
Noord Oostenlijke Atlantische oceaan van Noorwegen tot Portugal.