Algemeen
Bij de kommavlinder kan men duidelijke witte vlekjes op de vleugels zien die ook aan de onderzijde goed zichtbaar zijn. De grote vlek op de ondervleugel heeft de vorm van een komma. Door deze witte vlekjes kan men hem goed onderscheiden van het groot dikkopje. Hij komt in het grootste deel van Europa voor en afhankelijk van het klimaat kan hij twee generaties per jaar vliegen. De overwintering gebeurt, naargelang het klimaat, in het ei of als zeer jonge rups. In het warmere klimaat gebeurd de overwintering zelfs als bijna volgroeide rups. De bovenzijde is oranjebruin met een licht tot wit vlekkenpatroon. De mannetjes hebben een donkere geurlijn op de bovenzijde van de bovenvleugel. De onderzijde heeft een geelgroene kleur met witte vlekken. De rups is groengrijs tot olijfbruin van kleur.

Afmetingen
Spanwijdte rond 25 mm. De rups bereikt een lengte tot 30 mm.

Habitat
De kommavlinder komt voor op diverse bodems waar veel of minder veel bloemen en grassoorten zijn.

Waardplant
Festuca ovina (hard zwenkgras), Agrostis capillaris (gewoon struisgras), Lolium perenne (engels raaigras) en nog diverse andere grassoorten.

Vliegtijd
Vanaf half mei tot in september.

Verspreiding
Heel Europa van Noord Noorwegen tot Noord Afrika en in Azië tot China en Japan.