Algemeen
Het schelpje is dik met windingen die zeer snel groter worden. De bovenkant is iets
afgeplat en de mondopening is ovaal. Het gehele schelpje is bedekt met dunne
groeilijnen. De ovaalvormige eitjes worden in een transparante tot gele geleiachtige massa naast
elkaar, afgezet op wier.
Afmeting
Tot 18 mm.
Kleur
Geel, oranje, bruin of groen met soms een patroon op de schelp. Het slakje zelf
heeft een geel tot geelbruine kleur.
Habitat
In en rond de getijde zone op hard substraat en bruin wieren.
Verspreiding
Noord oostenlijke Atlantische oceaan van Noorwegen tot de westenlijke Middellandse zee.