Algemeen
Deze ribkwal is bijna rond met aan de onderzijde een nauwe opening die als mond
dient. Aan de zijkant heeft hij twee zijdraden die tot vijftien cm lang zijn en
voorzien zijn van trilhaartjes. Hiermee vangt hij zijn prooi, die bestaat uit planktonische
diertjes. Hij heeft acht ribben met daarop kamvormige plaatjes die door op en neer
beweging zorgen dat het zeedruifje zich kan verplaatsen.
Zeedruiven zijn tweeslachtig. Laat zomer en herfst scheiden ze zowel eieren als
zaadcellen af.
Afmeting
Tot 30 mm doorsnee groot kan het zeedruifje worden met tentakels tot 150 mm lang.
Kleur
Transparant maar door lichtval op de ribplaatjes kunnen deze zeer bonte kleuren
weergeven.
Habitat
Ze drijven meestal net onder de wateroppervlakte.
Verspreiding
Atlantische oceaan, Middellandse zee, Zwarte zee en westenlijke Indische oceaan.