Algemeen
Onder de schotelvormig hoed van de blauwe haarkwal bevinden zich in het midden vier gefranjerde mondarmen. Om deze mondarmen zit een krans van lange dunne tentakels waarin de netelcellen zitten. Aan de hoedrand zitten acht lobben en er lopen vanaf de rand radialen naar de ringvormige middenkern. De netelcellen van de blauwe haarkwal geven een pijnlijke irritatie bij aanraking door de mens.

Afmetingen
De hoed kan een diameter van ongeveer 300 mm krijgen. De mondarmen zijn korter dan de tentakels die een lengte van meer dan een meter kunnen hebben.

Kleur
De tentakels en de mondarmen zijn transparant tot melkwit, de hoed blauw tot blauw/paarse getint.

Habitat
In het open water.

Verspreiding
In ondiepe kustwateren van de noord oostenlijke Atlantische oceaan, van IJsland tot Spanje.